Alles weten over eten
Nooit meer vlees? Kleine hapjes maken een groot verschil
We weten inmiddels dat (te veel) vlees eten slecht is voor het milieu. Verschillende politieke partijen, waaronder GroenLinks, D66 en de ChristenUnie, stelden tijdens de Tweede Kamer verkiezingen van maart 2021 aan de orde dat, om de klimaatdoelen van de overheid in 2030 te halen, onze vleesconsumptie moet verminderen. Sommige partijen hadden het zelfs over een ‘vleestaks’, extra belasting op een stukje vlees. Toch blijkt het voor veel mensen nog lastig om minder vlees te eten, of helemaal te stoppen. Is het eigenlijk wel nodig om vlees helemaal te verbannen voor een beter milieu? We moeten eerst in kaart brengen wie er vlees eet en waarom ‘de vleeseter’ dit doet. Dat is precies wat promovenda Sofia Wolfswinkel wil gaan doen.
Even geen vlees bespaart veel
In de ‘Week zonder vlees’, in de tweede week van maart werd via een landelijke campagne meer aandacht gevraagd voor minder vlees eten. De vraag hoeveel vlees we eten speelt in de politiek en de samenleving. In 2018 berekende ‘de hippe vegetariër’, de organisatie achter de ‘Week zonder vlees’, hoeveel de gemiddelde vleesetende Nederlander aan water en CO2 bespaart door een week geen vlees te eten. Met de hoeveelheid water zou je 7 maanden lang kunnen douchen (meer dan 7000 liter)! Een week aan vlees is ook goed voor bijna 9 kilo CO2 uitstoot, zoveel als 114 kilometer autorijden. Voor evenveel (1.4 kilo) vleesvervanger stoot je minder dan 6 kilo CO2 uit, ongeveer een derde minder.
De organisatie achter de ‘Week zonder vlees’ berekende de water- en CO2 besparing van een weekje zonder vlees
Er lijken steeds meer mensen minder vlees te eten. Uit de jaarlijkse Vegamonitor van ‘Natuur & Milieu’, waarin de organisatie eetgedrag van mensen onderzoekt, blijkt dat steeds minder mensen zichzelf echt ‘vleeseter’ noemen. Het lijkt er ook op dat kinderen hun ouders inspireren om minder vlees te eten. De Vegamonitor laat zien dat bij een vijfde van de gezinnen met kinderen tussen de 13 en 17 jaar oud minder vlees gegeten wordt. 43% van de vleesetende Nederlanders noemde zich in 2019 flexitariër, iemand die bewust minder vlees eet. In 2011 was dit maar 14%. Je zou denken dat als er meer mensen bewust minder vlees eten, dat er in totaal dan ook minder vlees gegeten wordt in Nederland. Maar wat blijkt nu? De vleesconsumptie is in de afgelopen jaren juist toegenomen! Het lijkt erop dat mensen die nog evenveel vlees eten als een paar jaar geleden, zichzelf wel een ander labeltje hebben gegeven. Zo lijken we in Nederlands stappen te maken maar zijn we dus nog niet écht minder vlees aan het eten.
Vleesconsumptie
De gemiddelde jaarlijkse vleesconsumptie bedroeg in 2019 bijna 78 kilo per Nederlander, dat komt neer op zo’n 1.5 kilo per week. Wie de aanbevolen richtlijnen van de Schijf van Vijf zou volgen, komt uit op 25.5 kg per jaar. Volgens de internationale EAT Lancet commissie, die onderzoekt op welke manier het beste de totale wereldbevolking gevoed kan worden, zou je met 15.5 kg per jaar ook genoeg eiwitten binnen krijgen, dat komt neer op ongeveer 300 gram vlees per week. Gemiddeld eten wij dus eigenlijk al vijf keer meer dan nodig is. Volgens Greenpeace zou het laten liggen van ongeveer drie hamburgers in de week genoeg moeten zijn om de Nederlandse klimaatdoelen te halen. Af en toe een stukje vlees moet zeker nog kunnen dus. Die stap naar minder vlees eten blijkt voor veel mensen toch erg lastig.
De ‘vleeseter’
Wat maakt het zo lastig om de vleeseter te laten minderen? Sofia Wolfswinkel onderzoekt in Wageningen de relatie tussen sociale normen en vleesconsumptie. Volgens haar zit het eerste probleem al in de term ‘vleeseter’. Gebruik van deze term plaatst mensen in hokjes, terwijl er onderling ook enorme verschillen zijn in hoeveel vlees er gegeten wordt. Tijdens haar onderzoek wil ze dan ook eerst de onderlinge verschillen in ‘de vleeseter’ beter in kaart brengen en kijken naar waarom mensen zoveel vlees eten en waarom het lastig lijkt om ermee te stoppen. Ze verwacht dat er eigenlijk geen algemene oplossing is om mensen minder vlees te laten eten.
Voor veel mensen is vlees eten nog normaal, waarom dat precies is wordt nu onderzocht aan de WUR. Een vleestaks zou kunnen helpen, maar daarvoor zou eerst de norm, hoe mensen naar vlees eten kijken, moeten veranderen. Zonder dit aan te passen, heb je kans op enorm veel tegendruk uit de samenleving. “Je ziet het nu ook met het invoeren van de mondkapjes of de avondklok, zo’n heel snelle verandering roept weerstand op. Eerst zal dus het gewoontegedrag moeten veranderen, dan wordt het draagvlak vanzelf groter.”
Wolfswinkel is zelf vegetariër (“maar ik smokkel heel af en toe”) en heeft wel gemerkt dat hoe de buitenwereld kijkt naar vlees eten heel veel invloed kan hebben op je eigen gedrag. Zo is zij een tijd extra streng vegetariër geweest, juist omdat iemand in haar omgeving een sterk voorstander was van veel vlees eten. Voor veel mensen is de eigen omgeving dus erg belangrijk. Ook staat voor veel mensen vlees nog centraal in het dieet, het is immers een belangrijke bron van eiwitten. Uit recent onderzoek van ‘Wageningen Economic Research’ blijkt dat ons Westerse dieet te veel eiwitten bevat. In heel veel van ons plantaardige eten zitten al genoeg eiwitten, vlees is daar dus niet per se voor nodig.
Vleesproductie belast het milieu dus zwaarder dan de productie van vleesvervangers. Als de meerderheid (de vleeseters) iéts minder zou eten, zet dat meer zoden aan de dijk dan wanneer mensen die al weinig vlees eten helemaal vegetariër worden. Om een gezond en gevarieerd dieet te hebben, met genoeg eiwitten, is vlees ook niet per se nodig. Maar lekker is het af en toe misschien nog wel.
Bronnen
dr JC Dagevos. (2019). Vleesconsumptie Nederland stijgt licht. Gebruikt op 21-3-2021, van https://www.wur.nl/nl/nieuws/Vleesconsumptie-Nederland-stijgt-licht.htm
dr JC Dagevos. (2020). We eten opnieuw meer vlees. Gebruikt op 29-3-2021, van https://www.wur.nl/nl/nieuws/We-eten-opnieuw-meer-vlees.htm
Jaarlijkse vegamonitor: Steeds minder mensen zien zichzelf als vleeseter. (2021). Gebruikt op 22-3-2021, van https://www.natuurenmilieu.nl/nieuwsberichten/jaarlijkse-vegamonitor-steeds-minder-mensen-zien-zichzelf-als-vleeseter/
Onwezen, M. C., Bouwman, E. P., Reinders, M. J., & Dagevos, H. (2021). A systematic review on consumer acceptance of alternative proteins: Pulses, algae, insects, plant-based meat alternatives, and cultured meat. Appetite, 159, 105058. doi:10.1016/j.appet.2020.105058
Vleesvervangers steeds populairder, maar hoe duurzaam is een vegaburger eigenlijk? – zembla – BNNVARA. (2019). Gebruikt op 22-3-2021, van https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/vleesvervangers-steeds-populairder-maar-hoe-duurzaam-is-een-vegaburger-eigenlijk