Spiegelneuronen
Aanstekelijk gapen, is het wel zo sociaal als dat we dachten?
Iedereen kent het wel of heeft het zelf wel eens meegemaakt. Je ziet iemand gapen en zelf krijg je ook de drang om te gapen. Er word dan ook vaak genoemd dat wanneer je met iemand mee gaapt je dan een goede relatie hebt met die persoon. Aanstekelijk gapen zou namelijk te maken hebben met empathie, het inleven in iemand anders zijn of haar gevoelens. Alleen is dit wel zo?
Onderzoekers vonden aanstekelijk gapen vroeger alleen bij sociale diersoorten. Ook vonden zij aanstekelijk gapen vaker bij dieren die bevriend waren. Daarnaast dachten onderzoekers dat speciale hersencellen, genaamd spiegelneuronen, ervoor zorgden dat je mee gaapt met anderen. Van deze hersencellen was bekend dat ze een belangrijke rol hebben in empathie en het synchroniseren van gedrag tussen mensen. Voor Jorg Massen, gedragsbioloog en onderzoeker, was de verbinding tussen het gapen en empathie de reden om meer over aanstekelijk gapen te weten te komen. “Dit begon met een interesse in het fenomeen en werd uiteindelijk een serieuze hobby”. Inmiddels laat zijn eigen onderzoek zien dat aanstekelijk gapen ook in een minder sociale diersoort voorkomt. Ook de relatie tussen aanstekelijk gapen en spiegelneuronen en dus empathie wordt steeds minder zeker. Hoe zit dit nou en waarom gapen we dan mee als andere mensen gapen?
Aanstekelijk gapen, ook voor solitaire dieren.
Aanstekelijk gapen is een erg raadselachtig fenomeen. Naar dit fenomeen zijn dan ook veel onderzoeken gedaan bij verschillende diersoorten. Tot nu toe was dit alleen gevonden in sociale diersoorten, zoals chimpansees, bonobo’s, honden, ratten en grasparkieten. Al deze diersoorten leven in sociale groepen. Jorg Massen heeft met zijn onderzoek gevonden dat ook orang-oetans aanstekelijk gapen, ondanks dat deze aapsoort helemaal niet zo sociaal is. Aanstekelijk gapen komt dus niet alleen voor bij sociale dieren. Dit kan meer vertellen over aanstekelijk gapen en of het wel of niet een sociale functie heeft.
Helaas is ook een andere verklaring mogelijk voor de aanwezigheid van dit gedrag in orang-oetans. Het is namelijk mogelijk dat de evolutionaire voorouder van alle mensapen in sociale groepen leefde en ook aanstekelijk gaapte. Aangezien aanstekelijk gapen bij alle mensapen is gevonden, kan dit overgeërfd zijn vanuit deze voorouder op alle mensapen. Orang-oetans hebben dit gedrag misschien behouden, ondanks dat het geen functie heeft voor deze meestal alleen levende diersoort. Wanneer gedrag of een uiterlijk kenmerk geen kosten met zich meebrengt zal dit blijven bestaan. Denk bijvoorbeeld aan ons staartbotje. Mensen hebben geen staart, maar de aanwezigheid van het botje zorgt er niet voor dat de kans op overleven kleiner wordt. Het botje heeft dus geen kosten. Aanstekelijk gapen heeft waarschijnlijk geen kosten en het is dus mogelijk dat dit gedrag is behouden in de orang-oetans zonder dat het een functie heeft voor deze aapsoort. Onderzoek naar meer solitair levende diersoorten kan in de toekomst meer zekerheid geven over de functie van aanstekelijk gapen.
Afbeelding 2. Evolutionaire stamboom van de mensapen. Aanstekelijk gapen kon al aanwezig zijn bij de voorouder (zie pijl).
Wat zegt aanstekelijk gapen over vriendschap?
“Wat er veel gevonden werd is dat het gapen van vrienden de aanstekelijkheid van gapen vergroot. Wanneer je je vrienden ziet gapen dan is de kans dat je ook gaapt groter,” legt Jorg Massen uit. Doordat de kans op meegapen groter was bij vrienden, werd gedacht dat aanstekelijk gapen een sociale functie had. Jorg Massen denkt dat dit anders verklaard kan worden. Aanstekelijk gapen werkt namelijk alleen als je ook goed kijkt naar diegene die gaapt. Het is heel normaal dat jouw aandacht meer gericht is op je vrienden. Hierdoor wordt de kans dat je mee gaapt met vrienden ook groter. Dat je mee gaapt met vrienden kan dus meer zeggen over jouw aandacht voor je vrienden, dan dat dit iets zegt over de functie van gapen.
Empathie en spiegelneuronen
Een van de redenen waarom aanstekelijk gapen werd gezien als sociaal en empathisch was door de rol van spiegelneuronen. Dit zijn speciale hersencellen die zorgen voor het meedoen met het gedrag van een ander. Spiegelneuronen worden zowel actief als jij zelf een gedrag uitvoert, als wanneer je iemand anders dit gedrag ziet uitvoeren. Dit zorgt er ook voor dat wanneer je iemand ziet lachen, jij zelf ook lacht. Het zijn dus net echte spiegels. Het lijkt dan ook best logisch dat spiegelneuronen betrokken zijn bij aanstekelijk gapen. Immers, als je iemand ziet gapen, ga je zelf ook gapen. Onderzoeken vinden hier alleen geen eenduidig bewijs voor.
Dit kan verklaard worden doordat mensen voor dit soort onderzoeken stil moeten liggen in een fMRI scan. Deze scan geeft aan welke gedeeltes van je hersenen actief zijn. Mensen krijgen vervolgens een gapend persoon te zien en moeten dan stil blijven liggen. Doordat mensen niet mee mogen gapen en waarschijnlijk ook druk bezig zijn met het stil blijven liggen, is het twijfelachtig of deze scan wel de juiste hersenactiviteit meet. Dit soort onderzoeken naar het mechanisme achter gapen, welke hersencellen het veroorzaken en of het dan wel of niet empathie is, zijn hierdoor moeilijk te interpreteren.
Waarom gapen we dan mee?
Waarom gapen we dan mee als andere mensen gapen? Jorg Massen denkt dat het antwoord te vinden is bij het “spontane gapen”. Dit is het gewone gapen, wat je bijvoorbeeld doet als je moe bent. Wanneer we de functie weten van het gewone gapen geeft dit misschien inzicht in het aanstekelijk gapen. “De leidende verklaring waarom wij gapen is dat wij onze hersenen daarmee koelen. Koelen in de zin van het terugbrengen naar de optimale temperatuur,” legt Jorg Massen uit. Het terugbrengen van de hersenen naar de beste temperatuur zou heel functioneel zijn in situaties waarin je alert moet zijn. Jorg Massen denkt dat dit ook gebruikt kan worden om aanstekelijk gapen te verklaren. Voor chimpansees is het bijvoorbeeld erg functioneel als er sprake is van een dreigende situatie, zoals bijvoorbeeld een leeuw in de omgeving. Gapen kan zo niet alleen jezelf, maar ook je groepsgenoten alert maken.
Waarom we nu dus aanstekelijk gapen, weten we eigenlijk nog steeds niet helemaal zeker. Wel weten we dat het meegapen met mensen waarschijnlijk weinig zegt over de relatie tussen de personen.
Neem contact op met Samanta Rademaker als je nog vragen hebt.
Bronnen:
van Berlo, E., Díaz-Loyo, A. P., Juárez-Mora, O. E., Kret, M. E., & Massen, J. J. (2020). Experimental evidence for yawn contagion in orangutans (Pongo pygmaeus). Scientific reports, 10(1), 1-11.
Massen, J.J.M. & Gallup, A.C. (2017). Why contagious yawning does not (yet) equate to empathy. Neuroscience & Biobehavioral Reviews, 80, 573-585.